DubbelDeks AggloRegiomaterieel (DD-AR)

Klik hier voor het overzicht van de treinstelnummers

Inleiding

Het DubbelDeks AggloRegiomaterieel (DD-AR) is een materieelserie van de Nederlandse Spoorwegen. AggloRegio komt van de nooit ingevoerde nieuwe naam voor stoptrein. DD-AR werd tussen 1991 en 1996 gebouwd door de firma Talbot in Aken en omvat 258 dubbeldeks rijtuigen series DDM-2 en DDM-3, vijftig motorrijtuigen serie mDDM en (medio 2005) 31 locomotieven serie 1700 (gebouwd door ALSTOM) die in trekduwformatie worden ingezet.

De rijtuigen DD-AR werden gebaseerd op de eerdere serie DDM-1, door te kiezen voor een bestaand ontwerp kon het nieuwe materieel snel geleverd worden. Anders dan DDM-1, zouden de nieuwe dubbeldekstreinen voornamelijk als stoptrein ingezet gaan worden, daarom moesten dezelfde rijtijden gehaald kunnen worden als Mat '64. Hierom waren kleine eenheden gewenst, en om een flexibele inzet mogelijk te maken, werden de stuurstanden en de gebruikte 1700-locomotieven voorzien van automatische koppelingen van het type BSI, waardoor twee stammen (ongeacht de samenstelling) gekoppeld kunnen rijden.

Het opvallendste verschil met DDM-1 is verder het interieur: in DDM-1 zijn dezelfde rode banken geplaatst als in de originele Sprinter, DD-AR heeft een groen interieur gekregen, deels met een nieuw type banken die meer beenruimte bieden. Ook heeft DD-AR digitale bestemmingsdisplays aan de buitenzijde van ieder rijtuig.

Een DD-AR-treinstam bestaat uit een stuurstandrijtuig type Bvk, een tussenrijtuig type ABv, een of twee rijtuigen type Bv en een motorrijtuig type mABk of een locomotief.

Motorrijtuigen

Eigenlijk had men meteen dubbeldekstreinstellen willen laten bouwen, maar de ontwikkeling van motorrijtuigen zou te lang gaan duren. Door materieelschaarste, mede naar aanleiding van de OV-studentenkaart in 1991, was NS genoodzaakt toch op korte termijn te bestellen. Daartoe werden alle stammen tijdelijk voorzien van een elektrische locomotief serie 1700, een gemodificeerde versie van de 1600. Later zouden dan alsnog motorrijtuigen gebouwd worden om de locomotieven af te lossen.

Na de aflevering van de motorrijtuigen type mDDM in 1996 konden de locomotieven die vrijkwamen de oude elektrische locomotieven van de series 1100, 1200 en 1300 in het goederenvervoer aflossen. In 1998-1999 vond deze aflossing daadwerkelijk plaats. Er werden slechts 50 motorrijtuigen gebouwd waarmee alleen de driewagenstammen werden voorzien. De vierwagenstammen bleven rijden met een 1700 en doen dat nog steeds.

In 2003 zijn wegens een tijdelijk tekort aan locomotieven enkele stuurstandrijtuigen ingezet in ICR-treinen en ter compensatie enkele DD-AR-stammen verlengd. Medio 2006 rijden slechts de stammen 7400 en 7800.

Samenstellingen

Omdat DD-AR een treinstam is, werkt de nummering anders dan bij een normaal treinstel zoals bijv. ICM. De laatste twee cijfers (het volgnummer) zijn afhankelijk van de Bvk in de stam. Omdat er 79 Bvk's beschikbaar zijn, kunnen de nummers lopen van xx01 t/m xx79. De eerste twee cijfers (het serienummer) zijn afhankelijk van de samenstelling:

  • 7300: Bvk + ABv + Bv + loc, later Bvk + Bv + ABv + loc
  • 7400: Bvk + ABv + Bv + Bv + loc
  • 7800: Bvk + ABv + Bv + mABk
  • 7900: Bvk + ABv + Bv + Bv + ABv + Bv + loc (deze samenstelling komt niet meer voor)

Het gevolg van dit systeem is dat bijvoorbeeld de treinstam met het nummer 7424 niet kan voorkomen als het nummer 7824 al bestaat.

Sinds 4 februari 2008 rijdt er weer een DD-AR-stam rond met het serienummer 7300 (nummer 7364). De 3 rijtuigen zaten daarvoor samen met nog een DD-AR ABv in een stam, genummerd 7464, die dus een ABv te veel had en een Bv te weinig. Het was de bedoeling deze stam, 7364, in de serie 5600 te houden om daar de spitstreinen te versterken.

Modernisering

Inmiddels zullen de komende tijd een groot aantal DD-AR treinstellen worden gemoderniseerd tot NID-dubbeldekker, om vervolgens als Intercity dienst te gaan doen. Hierbij zal een airco worden ingebouwd,  een totaal nieuw interieur, en worden de rijtuigen opnieuw ingedeeld om in twee setjes als treinstel rond te rijden; zowel vier- als zesdelig. Respectievelijk gaat het om 30 en 20 treinstellen die dan worden samengesteld.

Opvallend is dat bij de modernisering de 1700-locs niet meer gebruikt worden, end at er uitsluitend gebruik wordt gemaakt van de 50 mDDM motorrijtuigen als tractievoertuig.

Op donderdag 30 mei 2013 is de laatste door DD-AR getrokken door een 1700-loc ter ziele gegaan, nadat er op zaterdag 25 mei nog een laatste afscheidsrit voor treinspotters werd georganiseerd.

Her-indienststelling (2015)

Om het probleem van overvolle treinen aan te pakken heeft de NS uiteindelijk besloten om in 2015 de oude dubbeldekstreinen terug te halen. De rijtuigen zijn opnieuw gerangschikt in een andere volgorde, waarbij er achttien stammen zijn samengesteld van elk drie rijtuigen, waarbij een 1700-locomotief de tractie is. De stamnummers zijn ondergebracht in de 7300-reeks.

Het betreft de rijtuigen die overbleven nadat het grote deel van deze dubbeldeks-vloot is gemoderniseerd tot DDZ-intercity-trein. Bij de werkzaamheden zijn enkele rijtuigen omgebouwd van tweede naar eerste klasse. Deze zijn te herkennen aan het de groene tweedeklas wanden in de eersteklas coupé.

Laatste update: 29 mei 2020 om 01:54