Vanaf vandaag is de voor iedereen bekende en nostalgische kniptang voor NS-conducteurs verleden tijd. De tang behoort niet meer tot de standaard uitrusting van de conducteurs. Sinds de komst van de OV-chipkaart en de digitale vervoersbewijzen komt dit echter steeds minder voor en is het afstempelen of knippen van een vervoersbewijs niet meer nodig.

Voorheen werden er met de kniptang gaatjes in de vervoersbewijzen geperforeerd, zodat er bewezen kan worden dat ze gecontroleerd zijn. Later heeft de NS de 'stempeltang' geintroduceerd waarmee er geen gat in de papieren vervoersbewijzen werd geslagen, maar een stempel met het nummer van de conducteur en de treinrit op het kaartje werd afgedrukt. Uit historisch oogpunt bleef bij deze handelswijze de term 'kaartjes knippen' gehandhaafd.

Historisch

Conducteur Harald Broekman nam al eerder afscheid van zijn kniptang: "Uit nostalgische overwegingen neem ik hem af en toe nog mee op de trein, vooral kinderen vinden het heel leuk. Het heeft natuurlijk ook wel iets." Broekman vindt het een natuurlijke beslissing om de kniptang niet meer standaard te gebruiken: "De tijd verandert en je moet met je tijd mee gaan. Onze treinen zijn natuurlijk veel moderner geworden, daar hoort dit stukje ook bij."

Hoewel de kniptang officieel met pensioen gaat, zal dit niet betekenen dat tang in één keer helemaal zal verdwijnen. Conducteurs mogen hun kniptang houden en gebruiken, alleen is het niet meer verplicht. Daarnaast heeft de kniptang een tweede leven gekregen en is deze te zien in het Spoorwegmuseum.

Internationale treinen

Voor internationale treinen geldt dat het controlerende personeel de knip- en of stempeltang wel standaard bij zich heeft en gebruikt. Dit heeft te maken met buitenlandse regelgeving en de klassieke vervoersbewijzen die nog in vele omliggende landen gelden.

Foto: Het Spoorwegmuseum