Twee treinongelukken in New York en New Jersey in 2016 en 2017 waren te wijten aan oververmoeidheid van de machinist. Dat heeft de voorzitter van de onderzoekscommissie van de nationale Vervoersveiligheidsraad (NTSB) bekendgemaakt.

Uit een onderzoek is gebleken dat beide bestuurders leden aan een ernstige vorm van slaap-apneu, waardoor de ademhaling tijdens de nachtrust steeds tijdelijk stopt. Daardoor waren ze oververmoeid geraakt en doezelden ze steeds tijdens hun werk in een lichte slaap.

In september 2016 reed een trein in Hoboken, bij New Jersey, door onoplettendheid van de machinist zonder te remmen een kopstation binnen waarna deze met hoge snelheid tegen een stootblok knalde. Bij het incident kwam vrouw kwam om het leven en raakten er 110 mensen gewond. Ook stortte toen een deel van het station in.

In januari 2017 liep in het New Yorkse stadsdeel Brooklyn door dezelfde oorzaak een lokale trein uit de rails. Bij dit ongeval vielen er 103 gewonden.

Onderzoek naar slaap-apneu

Een arts van de Amerikaanse Vervoersveiligheidsraad (NTSB) meldden tegenover The New York Times dat de diagnose slaapapneu gemakkelijk kan worden vastgesteld. Hij heeft tevens geadviseerd aan spoorwegmaatschappijen om hun personeel in de verantwoordelijke functies te laten controleren. Op het huidige moment zou dit weinig gebeuren. Een voorstel om dit verplicht te stellen is vorig jaar afgeschoten.

Een Acela-trein van vervoerder Amtrak in Amerika
Foto: Michael Kurras (Wikipedia)