Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur) wil van spoorbeheerder ProRail weten of de komende tijd op het spoor vergelijkbare situaties voorkomen als rond het treinongeval in Amsterdam van zaterdag. Zij schrijft dat in een nieuwe brief aan de Tweede Kamer over het ongeval.

Uit een voorlopig onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport en van ProRail valt de conclusie te trekken dat de sprinter door een rood sein heft gereden. Het sein was wel voorzien van een ATB-veiligheidssysteem van de eerste generatie, maar niet met ATB-Verbeterde versie, welke ook ingrijpt bij snelheden onder de 40 kilometer per uur en de botsing waarschijnlijk had voorkomen.

Maatregelen
De minister wil van ProRail weten welke maatregelen nodig zijn als minder spoor beschikbaar is, zoals tussen Amsterdam en Zaandag, waar werkzaamheden plaatsvonden. Ook wil ze uitgezocht hebben of in deze situaties niet een andere procedure bij de verouderde ATB moet worden gevolgd of dat misschien wel een versnelde verdere uitrusting met ATB-Verbeterde versie nodig zal zijn.

Uit de brief van de minister blijkt dat de sprinter na de passage van het rode sein nog ruim 350 meter is doorgereden en daarbij een wissel heeft opengereden. VOlgens de geplande dienstregeling zouden de treinen niet elkaar op deze plek gepasseerd mogen hebben, tenzij er een vertraging was waar sprake van was. Op deze manier is deze 'conflicterende' situatie ontstaan.

Inmiddels wordt door diverse instanties de toedracht van het spoorongeluk onderzocht.

Bron: RTV N-H