Opnieuw tegenvaller voor spoorboekloos rijden
Opnieuw is er een tegenvaller in het geplaagde project omtrent spoorboekloos rijden. Er is meer geld nodig om de sporen aan te passen om treinen vaker te kunnen laten rijden. Staatssecretaris Dijksma gaat nu onderzoeken hoe er geld bezuinigd kan worden.
Vanaf de dienstregeling 2018 zou er iedere tien minuten een trein gaan rijden tussen Amsterdam - Eindhoven. Maar de kans lijkt zeer klein dat dit ook gaat gebeuren. De sporen rond Amsterdam moeten daarvoor op de schop, daarvoor is er een ontwerp Tracébesluit (OTB) nodig. "De planuitwerking voor de OTB is technisch zeer complex en zal geruime tijd in beslag nemen" staat in de 11e voortgangsrapportage van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS).
Verder zijn er extra sporen nodig om treinen te parkeren (opstelsporen). Die moeten er in de Amsterdamse Westhaven komen, maar het is nog niet duidelijk hoe groot het opstelterein moet worden en wat de exacte kosten daarvan zullen zijn. Daarnaast is er ook nog geen besluit genomen over de seinoptimalisatie tussen Utrecht en Den Bosch. Dat is nodig zodat treinen straks dichter na elkaar kunnen rijden.
Het spoorboekloos rijden wordt al jaren keer op keer uitgesteld. "In pakweg 2007 gaan we in de Randstad vaker rijden, met meer Intercity’s en Sprinters,” vertelde toenmalig NS-directeur Aad Veenman in 2004. Veenman: "Dat betekent elke paar minuten een trein naar de meest gangbare bestemmingen.”
Daarna beloofde ook ProRail meerdere keren dat de frequenties omhoog zouden gaan. De bedoeling is inmiddels dat eind 2017 er iedere tien minuten een intercity gaat rijden tussen Amsterdam en Eindhoven, maar opnieuw dreigt er dus vertraging. Amsterdam - Eindhoven is het eerste traject waar spoorboekloos rijden wordt ingevoerd. Andere trajecten volgen daarna. Aanvankelijk zou het programma in 2020 zijn afgerond, maar vanwege bezuinigingen van Rutte I is dat al vertraagd naar 2028.
Behalve dat de planning dus onzeker is, zijn er ook nieuwe financiële tegenslagen. Er was afgelopen najaar al een tekort gemeld van tenminste 84 miljoen euro. Uit nieuw onderzoek blijkt dat dit waarschijnlijk veel hoger is. Om te bepalen hoe groot het tekort precies is, volgt er nu een extern onderzoek. Ook moet ProRail gaan bekijken hoe er bezuinigd kan worden. "Hiervoor is onderzoek door ProRail en overleg met NS en de goederenvervoerders nodig" aldus Dijksma.
Eringa heeft zich in het najaar overigens ook kritisch uitgelaten over Programma Hoogfrequent Spoor, zoals het spoorboekloos rijden officieel wordt aangeduid. Eringa benadrukte, dat het niet mogelijk is om én treinen stipter te laten rijden én meer treinen te laten rijden.
Foto: Nederlandse Spoorwegen
Bron: Treinreiziger