RailHopper (SM'90)
Klik hier voor het overzicht van de treinstelnummers
Stoptreinmaterieel '90, afgekort als SM '90, en de officiële bijnaam Railhopper waren 9 elektrische treinstellen. De bouw hiervan was bedacht om het Mat '64 af te lossen. De plannen hiervoor waren in 1983 al klaar.
Vanaf 1993 is er begonnen met de bouw van een prototypeserie van 9 treinstellen, waar het ook bij bleef. Door een aangepast profiel is de trein alleen tussen Zwolle en Emmen komen te rijden, en zijn nooit betrouwbaar geweest vanaf de aflevering. Er waren constant storingen en problemen. Onder andere waren dit problemen met de ED-rem, diagnosesysteem en de lijm waarmee de wielen op de as vastzaten, en uitgedroogd raakte, en de vloer van de cabine erg aan het roesten was.
Omdat het onderhoud van deze kleine serie erg veel geld met zich meebracht, en veel storingen waren, is er besloten om geen vervolgserie te bouwen, en sinds 2005 definitief aan de kant te zetten. De inzet heeft 13 jaar geduurd, en 11 jaar dienst al gesloopt. Wel is er nog een kop bewaard gebleven.
Bouw
De originele ontwikkeling was bedoeld om het Mat'64 af te lossen. In 1983 waren de eerste plannen gemaakt voor vervanging, en zou vanaf de jaren '90 vervangen moeten worden. De geplande levensduur was 30 jaar. Dit nieuwe materieel werd voorzien van draaistroommotoren, met minder bewegende delen en drie keer langere levensduur. Het remmen zou elektrodynamisch gebeuren, waarbij de warmte die werd geproduceerd bij remmen voor interieurverwarming zou worden gebruikt. In 1993 is de eerste protoserie van negen tweedelige stellen genummerd als 2101 - 2109. Dit is door Talbot in Aken gedaan, later door het leven ging als Bombardier.
Inrichting
De Railhoppers kregen als eerste Nederlandse trein een rolstoellift ingebouwd, en waren vier asynchrone draaistroommotoren met een totaal vermogen van 1200 kW geplaatst, waardoor de trein 160 km/h kon rijden. De treinen raakten buiten profiel, omdat de treinen breder waren als overige treinen. Hiervoor zijn de treinen alleen tussen Zwolle en Emmen ingezet. Om dit mogelijk te maken, is destijds een grote aanpassing aan de spoorlijn geweest.
Omdat het materieel het Mat '64 zou aflossen, was de planning om het koppelbaar te maken met het Mat '64. Ook moest het rijkarakteristiek overkomen. Hierdoor waren er veel beperkingen, zoals de aanzetsnelheid. De besturingssoftware werd hierdoor ook bijzonder ingewikkeld.
De stellen 2105-2109 hadden aanvankelijk een 2+3 opstelling (2 stoelen, gangpad, 3 stoelen) voor de tweede klasse, wat uitkwam op 20 extra zitplaatsen. Dit viel bij de reizigers niet in de smaak en de treinstellen werden in 1996 verbouwd naar de gangbare 2+2 opstelling.
Railhopper is gebleven bij deze kleine serie, maar alsnog niet geheel onsuccesvol. Railhopper vormde de basis van het Dieselmaterieel '90 (DM '90 / Buffel), wat vanaf 1995 gebouwd werd. Het elektronische systeem van de Railhopper werd aangepast, en uiteindelijk gebruikt in het Dubbeldeks Interregiomaterieel (IRM).
Problemen
Toen het ontwerpproces gestart werd, werd in 1988 bekend dat de OV-Studentenkaart geïntroduceerd zou worden. Hierdoor zou een verwachte groei van reizigers plaatsvinden, en moest er snel nieuw materieel afgeleverd worden. Het materieel Railhopper lag nog op de tekentafel, en werd gekozen voor het bekende concept: Dubbeldeksrijtuigen met een locomotief serie 1700 in trek-duw formatie, met de naam DD-AR.
Vanaf het begin hadden Railhoppers veel problemen met de ingebouwde software van het geavanceerde besturings- en diagnosesysteem. Eind 2001 werden de Railhoppers aan de kant gezet wegens grote problemen met de ED-rem. Om de problemen te verhelpen, werd de ED-rem uitgeschakeld, maar de schijfremmen die overbleven, raakten oververhit en veroorzaakten rookontwikkeling en kleine brandjes. Vanaf het begin 2003 begon de lijm los te laten waarmee de wielen aan de as bevestigd waren. Hierdoor werden de Railhoppers opnieuw tijdelijk aan de kant gezet. Een ander probleem was hevige roestvorming onder de vloeren van de cabines.
Buitendienststelling en afvoer
De kleine, afwijkende treinserie met zijn dure onderhoud en beperkte inzetmogelijkheden heeft de NS doen besluiten om aan het eind van Dienstregeling 2005 de treinstellen SM '90 in December 2005 buiten dienst te stellen. Hierdoor werd de treindienst Zwolle - Emmen weer met Mat '64 uitgevoerd.
Hierna zijn de treinstellen overgebracht naar de werkplaats Onnen, en daar terzijde gesteld na 13 jaar dienst. Het wachten was op een koper of de sloop. In september 2006 werd treinstel 2109 overgebracht naar Vlasakkers Amersfoort om als oefenobject te dienen voor hulpdiensten. Hierna is het op 18 oktober 2006 nog gebruikt voor een grote rampenoefening op Utrecht Centraal waarbij opzettelijk forse schade werd aangericht.
In januari 2007 zijn de eerste stellen naar de sloop gebracht, namelijk Sloper Hasselt. De laatste 5 stellen zijn in februari 2007 gesloopt. De ATB-apparatuur werd verwijderd om als reserveonderdelen te fungeren. Eén kop is dankzij de STIBANS gered die later door het Nederlands Spoorwegmuseum werd overgenomen. Deze is inmiddels verhuisd naar het museum Transit-Oost in Winterswijk.
Specificaties
Eigenschappen | SM'90 |
Aantal | 9 |
Treinstelnummers | 2101 - 2109 |
Fabrikant |
Talbot (mechanisch deel) Holec (elektrisch deel) |
Bouwjaar | 1992-1993 |
Indienststelling | 1994 |
Uit dienst | 2004-2005 |
Aantal delen | 2 |
Treinsamenstelling | Bk + ABk |
Asindeling | 2'Bo' + Bo'2' (acht assen) |
Gewicht | 98,5 ton |
Lengte over buffers: | 52.340 mm |
Breedte | 3.200 mm |
Maximumsnelheid | 160 km/h |
Dienstsnelheid | 140 km/h |
Deuren per zijde | 4 |
Zitplaatsen |
Eerste klas: 24 Tweede klas: 113 |
Spanning: | 1800 DC |
Vermogen | 4 x 278 = 1112 kW |