Kabinet weigert volledig op te draaien voor extra kosten Maaslijn
Het huidige demissionaire kabinet heeft niet de plannen om de extra kosten voor de vernieuwing van de Maaslijn te betalen, ondanks meerdere pogingen van de provincie Limburg.
Het Limburgse College van Gedeputeerde Staten heeft herhaaldelijk en vanuit verschillende portefeuilles gesprekken gevoerd met de demissionaire minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over deze kwestie. Maar deze gesprekken zijn vruchteloos gebleken, bleek afgelopen woensdag.
Vernieuwing
De treinverbinding tussen Roermond en Nijmegen moet eind 2027 zijn vernieuwd. Het project om de verouderde spoorlijn te elektrificeren en van dubbel spoor te voorzien, heeft flinke vertraging opgelopen, deels als gevolg van het tekort aan materialen als gevolg van de situatie in Oekraïne. Ook een eerdere aanbesteding is toen op niets uitgelopen, waarna die later opnieuw werd uitgeschreven.
Bij de aankondiging van afgelopen herfst dat er een spooraanemer was gevonden die het project zal uitvoeren, werden de totale kosten geschat op 358 miljoen euro. Dit bedrag was opnieuw 12 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. De extra kosten zouden worden verdeeld tussen de provincie en het Rijk, maar de Limburgse politiek drong erop aan dat het Rijk alle extra uitgaven zou dekken. Provinciale Staten verzochten het college om hierover met het ministerie te onderhandelen. Echter, volgens het college stelt het ministerie dat er 'geen ruimte is om extra financiële inspanningen te leveren voor het Maaslijn-project'.
Zodra er een nieuw kabinet gevormd zal worden, dan kunnen er volgens een woordvoerster van het ministerie mogelijkheden worden geopend om de portefeuille opnieuw in te delen.