De NS mag de Sprinter-dienst tussen Enschede en Apeldoorn voorlopig houden. Aanvankelijk was het de bedoeling van het ministerie van infrastructuur dat de spoorlijn vanaf 2025 wordt gedecentraliseerd en aan een andere vervoerder moest worden gegund. De NS heeft verheugd op het besluit gereageerd.

Onderzoeksbureau Twynstra Gudde heeft eind 2018 onderzoek naar de spoorlijn gedaan. Hieruit is gebleken dat bij een overheveling van de spoorlijn naar de provincie Overijssel niet direct grote voordelen oplevert voor de reiziger tussen Enschede en Apeldoorn. "Gezien het huidige intensieve gebruik van het baanvak is de vraag welke verbetering voor reizigers haalbaar is. Naar verwachting zijn hiervoor forse investeringen nodig", aldus de onderzoekers.

Wel kan decentralisatie volgens het onderzoeksrapport zorgen voor een betere afstemming en aansluiting op de spoorlijn tussen Zwolle en Enschede.

Verheugd

De NS heeft verheugd gereageerd op het besluit van het ministerie. "Nederland is te klein om het spoor nog verder op te knippen", zegt NS-woordvoerder Erik Kroeze. "Meer vervoerders betekent meer afstemming en een versplinterde dienstregeling. Wij hebben Den Haag al in een vroeg stadium laten weten dat decentralisatie van de spoorlijn geen goed idee is."

Het ministerie houdt de deur voor NS nog wel op een kier. Mogelijk zal er rond 2025 alsnog een mogelijkheid komen voor decentralisatie van het traject.

Wel zal de NS vanaf het moment dat de nieuwe hoofdrail-concessie ingaat afscheid mogelijk afscheid moeten nemen van de Sprinterdienst tussen Zwolle en Leeuwarden. Dit traject valt volgens het Ministerie nog steeds onder de decentralisatie. Arriva heeft al laten weten dat ze graag op die spoorlijn willen gaan rijden.