Tweede Kamer wil duurdere kosten voor OV tegenhouden
De Tweede Kamer dringt er bij het demissionaire kabinet op aan om te voorkomen dat de kosten voor het openbaar vervoer volgend jaar stijgen. Bijna alle partijen roepen op om de verwachte prijsstijgingen in het openbaar vervoer tegen te gaan.
In augustus werd bekend gemaakt dat de NS toestemming heeft gekregen van het kabinet om de tarieven volgend jaar met 3,5 procent te verhogen. Deze verhoging wordt bovenop de gebruikelijke inflatiecorrectie toegepast. Dit betekent dat bij een ritprijs van 20 euro er 1,32 euro bovenop komt.
Geplande stijging
Eerder deze maand werd gemeld dat de tarieven voor metro, tram en bus ook zullen stijgen. De stijging zou noodzakelijk zijn vanwege de toenemende kosten bij vervoerders, met name voor personeel en energieverbruik. Met 420 miljoen euro zou de kabinet dit tegen kunnen houden. 300 Miljoen euro zou er nodig zijn om het OV niet verder te laten verschralen. Ook de prijsstijging bij de NS zou van tafel af moeten, dit zal 120 miljoen euro kosten.
Brede steun ter voorkomen van stijging
De Tweede Kamer streeft ernaar om dit te voorkomen. Een motie van GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie geniet brede steun in de Kamer. Deze partijen willen dat alle inwoners van Nederland toegang hebben tot betaalbaar en kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer.
Ook reizigersvereniging Rover was in augustus niet te spreken over de prijsstijging: "De reiziger heeft al tijden te maken met afgeschaalde diensteregelingen. Wat ons betreft past daar maar één tariefverhoging bij en dat is 0%", stelt Rover-directeur Freek Bos.
'Accijnsverhoging in 2024 op brandstof van tafel'
Naast het afschaffen van de extra kosten voor het OV probeert ook een meerderheid van de Tweede Kamer ernaar te streven de geplande accijnsverhoging op brandstof met een extra jaar uit te stellen. Deze gezamenlijke inspanning van meerdere fracties is bedoeld om te voorkomen dat automobilisten in het komende jaar hogere brandstofprijzen moeten betalen. Bovendien wordt beoogd om de energiebelasting met een bedrag van 200 miljoen euro te verminderen.