Kamer: 'Spitsheffing is allerlaatste middel voor NS'
De spitsheffing lijkt voorlopig van tafel. Dat werd vrijdag bekend gemaakt. In het contract voor de nieuwe concessie dat de NS voor de komende jaren afsluit, worden er beperkingen gesteld aan de spitsheffing. De NS mag pas hogere spitstarieven in rekening brengen tijdens de spitsuren als andere maatregelen om de spitsdrukte te verminderen niet succesvol blijken te zijn.
De vervoerder moet eerst aantonen dat zij geen succesvolle vermindering van de spitsdrukte kan bereiken door het creeren van meer zitplaatsen of het aanpassen van de dienstregeling, zoals vastgelegd in de nieuwe hoofdrailnetconcessie die vanaf 2025 van kracht wordt. Daarnaast moet de NS eerst proberen om reizigers buiten de spitsuren te laten reizen door lagere tarieven in die daluren aan te bieden. Pas wanneer deze maatregelen niet effectief blijken te zijn, mag de NS overwegen om de spitsheffing uit de kast te trekken.
Er werden binnen de fractiepartijen en bij reizigersorganisaties veel bezorgdheid geuit over het voorgenomen spitsheffingsplan, waarbij reizigers mogelijk tot wel 2,50 euro extra zouden moeten betalen voor een treinkaartje tijdens de spitsuren.
In het contract is overeengekomen dat de vervoerder niet langer zelfstandig de tarieven kan aanpassen, en dat zij goedkeuring moeten krijgen van het kabinet en de Tweede Kamer, en deze tariefwijzigingen mogen pas vanaf 2026 van kracht worden. De nieuwe concessievoorwaarden zullen naar verwachting in de komende maanden een definitieve vorm krijgen.