Spoorvervoerders passen voorbereiding op winterweer aan
Om het spoor tijdens winterse omstandigheden bereikbaar te houden, hebben NS, ProRail en de regionale vervoerders nieuwe plannen gemaakt voor de dienstregeling bij (extreem) winters weer. Hier kan kan de dienstregeling zowel landelijke als regionaal niveau worden aangepast.
Zowel op landelijk als regionaal niveau kan de dienstregeling worden aangepast, zodat er meer ruimte ontstaat om eventuele problemen op het spoor snel op te lossen. De maatregelen die we nemen bij winters weer, zijn afhankelijk van de weersverwachting én de regio waar winters weer wordt verwacht.
Sneeuw in heel Nederland
Als het gaat vriezen of sneeuwen in heel Nederland kan er een dag van tevoren voor ervoor worden gekozen om de dienstregeling uit voorzorg aan te passen. Dit wordt gedaan omdat de wissels op het spoor tijdens deze periode het meest kwetsbaar zijn. ProRail stelt in zulke omstandigheden 55 procent van de wissels buiten gebruik. En NS rijdt een speciale winterdienstregeling die er rekening mee houdt dat deze wissels niet bediend worden, en toch zorgt dat 93 procent van de reizigers naar hun bestemming wordt gebracht.
Nieuw is dat er bij zwaar winters weer en een mogelijke code rood van het KNMI de speciale 'Nooddienstregeling winter' in kan worden gezet. Op die manier kunnen reizigers met een cruciaal beroep toch naar hun plaats van bestemming. Alle andere treinreizigers krijgen de oproep om niet met de trein te reizen. In deze variant wordt 92 procent van de wissels buiten gebruik gezet door ProRail. De overige 8 procent van de wissels (ruim 500 stuks) kunnen storingsploegen van ProRail dan vanaf vaste locaties beschikbaar houden. Zo kan toch nog 15 procent van de treinen blijven rijden. Ook goederentreinen kunnen blijven rijden via drie beschikbare trajecten.
De beslissing om de dienstregelingen in te zetten, wordt een dag van tevoren door NS, ProRail en de regionale vervoerders genomen en gezamenlijk naar buiten gebracht.
Regionaal
Als het alleen in een bepaalde regio winters weer wordt, kan er worden besloten om op de dag zelf de dienstregeling aan te passen. Er rijden dan regionaal minder treinen, waardoor er meer ruimte ontstaat om eventuele problemen op het spoor snel op te lossen. In de rest van het land wordt dan de normale dienstregeling gereden.
Ook kan er voor zwaar winters weer op regionaal niveau een speciale dienstregeling worden gereden. De regio wordt dan losgekoppeld van de andere regio's, zodat er bij vertragingen en verstoringen geen 'sneeuwbal-effect' ontstaat. Dit doet de NS momenteel ook bij zwaar weer, zoals storm.
Opstartdienstregeling
Om terug te keren naar de normale dienstregeling nadat de 'Nooddienstregeling Winter' is ingezet hebben de spoororganisaties ook een draaiboek klaarliggen. In dat geval wordt er gekeken naar de beschikbare infrastructuur waarna er stap voor stap meer Sprinters gereden kunnen worden, waarna later de intercity's worden toegevoegd om naar de normale dienstregeling op te schalen.
Als de Sprinters gaan rijden, zullen ook de regionale vervoerders gaan rijden. Deze rijden voornamelijk op geïsoleerde sporen en hebben vaak weinig invloed op het treinverkeer van NS.