Duitse scheepswerf die dwarsligt bij Wunderline-project vaart af op faillisement
De Duitse scheepswerf Meyer Werft lijkt af te stevenen op een faillissement. De scheepsbouwer probeerde vorig jaar de plannen van de Wunderline, de spoorlijn tussen Groningen en Bremen, te frustreren dat de nieuwe Friesenbrücke 40 minuten per uur open zou moeten staan. Dit zou voor Arriva de dienstregeling bemoeilijken om de ambitie van een frequente spoorverbinding waar te maken.
De Papenburgse scheepswerf ligt 7,5 kilometer stroomopwaarts van de Friesenbrücke die momenteel herbouwd wordt nadat deze in 2015 door een vrachtschip werd vernield. De oversteek zal worden voorzien van draaibrug die met een lengte van 160 meter de langste van Europa zal worden. De keuze voor een draaibrug is voor de hand liggend omdat de boten die vanaf Meyer Werft zullen uitvaren, ongehinderd hun vaarweg kunnen vinden. In het verleden toen de brug nog een basculebrug was, moest de brug regelmatig een weekend buiten dienst gesteld worden omdat de boten breder waren dan 25 meter. In dit geval werd er tijdelijk een extra deel van de brug verwijderd.
Nieuwe Friesenbrücke
Momenteel wordt er aan de nieuwe brug gewerkt die naar verwachting in de loop van volgens jaar in gebruik kan worden genomen. Meyer Werft heeft vorig jaar nog geprobeerd te bedingen om deze brug per uur 40 minuten open te houden, wat de dienstregeling van de Wunderline zal bemoeilijken. De bouw van de brug, en de vernieuwing va het spoor tussen Bad Nieuweschans en Leer zou aanvankelijk eind dit jaar gereed zijn, maar heeft een half jaar vertraging opgelopen vanwege wateroverlast en verzakte grond.
Faillissement Meyer
Meyer Werft kampt momenteel met een tekort van 2,8 miljard euro aan liquide middelen en kondigde in mei aan dat het 440 medewerkers wil ontslaan. De betalingsregeling, waarbij 20% als aanbetaling wordt voldaan en de resterende 80% bij oplevering, veroorzaakt momenteel grote problemen voor de werf. Ook heeft de coronacrisis geleid tot aanzienlijke verliezen.
Bedrijvendokter Ralf Schmitz, die is ingeschakeld om het bedrijf te redden, spreekt van een historische crisis en sluit een faillissement niet uit. Volgens hem zal deze ontslagronde slechts 35 miljoen euro opleveren en nauwelijks verschil maken. Deze week werd bekend dat er een forse financiële steun van zowel de Bondsregering als de regering van de deelstaat Nedersaksen nodig is om de scheepsbouwer boven water te houden.
Het 225 jaar oude familiebedrijf heeft, naast de werf aan de Eems, vestigingen in het Duitse Rostock en het Finse Turku.