Het kabinet trekt volgend jaar geen extra geld uit om de stijging van de NS-tarieven te beperken, zo liet ov-staatssecretaris Chris Jansen deze week weten aan de Tweede Kamer.  Zonder maatregelen verwacht Jansen dat treinkaartjes volgend jaar ongeveer 12 procent duurder worden.

Dit jaar betaalden het kabinet en de NS samen nog een deel van de prijsstijging, waardoor de verhoging lager uitviel met 6 procent in plaats van 12 procent. Het kabinet trok daar toen 42 miljoen euro uit.

Tegengaan van prijsstijging

De staatssecretaris onderzocht of er geld uit het Mobiliteitsfonds beschikbaar was om de prijsstijging te dempen, maar concludeerde dat die middelen hard nodig zijn voor aanleg, onderhoud en onvoorziene tegenvallers. Gebruik van het fonds zou betekenen dat infrastructurele projecten moeten worden geschrapt. "Het kabinet kiest daar niet voor", liet Jansen weten.

Jansen gaf aan dat er nog overleg loopt met de NS over een mogelijke eigen bijdrage van het spoorbedrijf. Zolang deze gesprekken gaande zijn, is er nog geen duidelijkheid over de tarieven voor 2026. Het streven is om de Kamer voor de zomer van 2025 te informeren over de resultaten van deze onderhandelingen.

De NS spreekt over een teleurstellend besluit voor reizigers en wil voorlopig nog niet verder reageren. Samen met de NS onderzoekt de staatssecretaris twee alternatieven: de tariefstijging spreiden over meerdere jaren of beperken van treinritten op rustige trajecten als besparing. 

Financieel verlies NS

NS lijdt al vijf jaar op rij verlies en moet van de overheid 200 miljoen euro per jaar besparen, onder meer door 500 banen te schrappen. Tijdens de presentatie van de jaarcijfers half maart gaf de NS aan dat er overheidssteun noodzakelijk blijft. Ook reizigersvereniging Rover trok aan de bel omdat het ov anders 'blijvend reizigers gaat verliezen.' 

Ook bussen en trams dreigen flink duurder te worden door de bezuinigingen van het kabinet. Om de noodbel te luiden hebben diverse vervoerders in de grote steden begin april het werk voor 110 seconden stilgelegd. Dus aantal staat gelijk aan de 110 miljoen euro die waarop er in het stedelijk openbaar vervoer bespaard wordt.