Het kabinet onderzoekt de invoering van een landelijke reispas waarmee mensen met een laag inkomen gratis of met korting buiten de spits kunnen reizen met trein, bus, tram en metro. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven minister Madlener en staatssecretaris Jansen (beiden PVV) dat ze zo honderdduizenden huishoudens rond of onder het sociaal minimum meer mobiliteit willen bieden.

De pas zal Onderwegpas gaan heten. Om dit mogelijk te maken wil het kabinet 157,5 miljoen euro uit het Klimaatfonds halen en 152,5 miljoen euro aanvragen uit het Europese sociale klimaatfonds. Ook wordt gesproken met gemeenten en provincies over aanvullende bijdragen. De reispas moet bijdragen aan armoedebestrijding, maar het plan moet nog goedgekeurd worden door beide Kamers. Onduidelijk is momenteel of de pas moet gaan zorgen voor gratis openbaar vervoer, of openbaar vervoer met korting.

Gemengde gevoelens

De ov-sector heeft gemengde gevoelens bij het plan. Brancheorganisatie OV-NL, vertegenwoordigd door voorzitter Hatte van der Woude, noemt het initiatief op zich positief, maar wijst op bredere problemen. Door eerdere bezuinigingen is het ov al duurder geworden en zijn lijnen geschrapt, waardoor de sector moeite heeft om financieel rond te komen.

Volgens Van der Woude kan de invoering van de reispas zonder extra investeringen leiden tot hogere tarieven voor andere reizigers of verdere inkrimping van het aanbod. Ze roept het kabinet daarom op om de jaarlijkse bezuinigingen van 335 miljoen euro terug te draaien. Zonder extra middelen blijft de structurele uitdaging voor het openbaar vervoer bestaan, ondanks het positieve effect van de nieuwe pas.