NS gaat in samenwerking met een consortium van Bombardier en Siemens in Aachen (Duitsland) 131 rijtuigen van Sprinters (SLT) moderniseren. Het gaat om de rijtuigen met de grote open ruimtes met klapzittingen.

De rijtuigen worden compleet gemoderniseerd en voorzien van onder meer grote nieuwe rolstoeltoegankelijke toiletten, een plek voor twee fietsen en een schuiftrede, zodat deze rijtuigen beter toegankelijk worden. Ook komen er twee duidelijke plaatsen voor rolstoelen met daarbij een speciale noodknop (call for aid), waarmee de rijtuigen aan de meest recente eisen op dit punt voldoen.

Werkplaats in Aachen

De keuze voor de werkplaats in Aachen is niet geheel toevallig. Hier is een groot deel van de treinen destijds ook gebouwd door Bombardier. Nederlandse reizigers maken sinds 2009 gebruik van dit type Sprinter (de SLT). Met de modernisering zet NS meerdere stappen tegelijk en zijn vele tientallen miljoenen euro’s gemoeid. Ook wordt zo voorkomen dat een trein meerdere keren uit de dienstregeling moet worden gehaald voor verschillende zaken.

Tests en toelating

Komende zomer gaat het eerste treinstel naar Aachen voor de inbouw van en -in een latere fase- tests met de schuiftrede. Hierna gaat de hele ombouwoperatie, met ook de inbouw van de toiletten, in 2017 van start. Na toelating door de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILenT) keren de compleet vernieuwde treinen stuk voor stuk tussen 2018 en 2021 terug op het spoor.

Meer nieuwe Sprinters

De komende jaren stromen ook geheel nieuwe Sprinters in bij NS (58 treinen van leverancier Stadler in 2017 en 118 van leverancier CAF vanaf medio 2018) om de reizigersgroei op te vangen die onder andere ontstaan is door het alsnog behouden van de OV-studentenkaart en de aanstaande uitbreiding daarvan. Deze nieuwe Sprinters krijgen ook ruime balkons met rolstoeltoegankelijk toilet, schuiftredes en bijvoorbeeld grote prullenbakken op de balkons.

De multifunctionele ruimte die binnenkort heringericht zal worden met verbeterde rolstoelplaatsen en en een toilet. (Foto: M. Vink)
 

Bron: Nederlandse Spoorwegen