Komende dagen meer duidelijkheid over Coronamaatregelen in het ov
De roep om een vast besluit in het ov tegen het coronavirus is groot. Veel reizigersorganisaties roepen Den Haag om zo snel mogelijk een besluit te nemen over het openbaar vervoer. "De dienstregeling moet zo snel mogelijk weer 100 procent worden”, vindt Rover-directeur Freek Bos.
De komende dagen zal meer duidelijkheid vanuit het kabinet gaan komen hoe het openbaar vervoer weer kan worden opgestart. Daarbij wordt bekeken op welke manier 'crowd control' het beste kan worden ingezet en of het dragen van mondkapjes verplicht moet worden door de overheid, of de ov-bedrijven zelf.
Op één lijn
Ook vervoerders en reizigersorganisaties zijn het met elkaar eens over het gebruik van mondkapjes. Een anderhalve-meter samenleving zou in het openbaar vervoer niet helpen. Roger van Boxtel (NS), Anne Hettinga (Arriva), Pier Eringa (Connexxion), de metropoolregio's, de provincies, en de grote stadsvervoerders GVB, RET en HTM trekken hierbij één lijn. Eerder gaf RIVM-baas Jaap van Dissel aan dat dit "schijnveiligheid" zou opwekken. Het lijkt er nu op dat het OMT (Outbreak Management Team) haar standpunt hierover lijkt te veranderen. Het is aan het kabinet om te bepalen wat er met dit advies moet worden gedaan.
Reizigersvereniging Voor Beter OV ziet in dat mondkapjes de enige mogelijkheid zijn: "Ik geloof niet echt in het medisch nut, maar als op die manier reizen in het ov weer mogelijk is, het zij zo. Die anderhalve meter gaat het hier in ieder geval niet worden” aldus Rikus Spithorst.
Aanpassingen aan stations
Inmiddels hebben NS en ProRail bekend gemaakt maatregelen op de station te nemen tegen verspreiding van Corona. Zo worden er op de stations regels ingevoerd die de verspreiding van het virus moeten afremmen, waaronder het houden van anderhalve meter afstand (5 tegels). Ook wordt er opgeroepen om vier treden afstand op de roltrap te houden, en met maximaal 2 personen in de lift te stappen.
De invoering start op 6 stations, waarbij de effecten van de maatregelen gemonitord worden en vervolgens gedeeld met alle vervoerders. Uiteindelijk bespreekt de sector of en hoe deze verder kunnen worden doorgevoerd in de gehele ov-sector, waaronder ook busstations, metrostations, metro’s, trams, bussen en treinen.