Ondanks het zeer warme weer tijdens de hittegolf van afgelopen week zijn er geen noemenswaardige problemen geweest met treinen, meldt de NS. Dit is jaren weleens anders geweest, en moest vorig jaar de dienstregeling zelfs uitgedund worden.

Vorig jaar moest de dienstregeling uitgedund worden vanwege de hitte, en moesten er 600 rijtuigen uit de dienstregeling gehaald worden voor onderhoud. Dit jaar waren dat er maar ruim 400, terwijl er meer hete dagen in vergelijking met vorig jaar waren. Ook kon de dienstregeling uitgevoerd blijven worden zonder ingrijpen.

Problemen oplossen

Extreme weersomstandigheden hebben effect op treinen. Dat is vooral te zien als de temperatuur boven de 30 graden uitkomt, waarna er als voorbeeld onderdelen, of vloeistoffen zoals olie, te heet worden. Vooral als het 's nachts ook warm blijft en een trein niet kan afkoelen, kan het misgaan. Het meest herkenbare onderdeel waarmee problemen kunnen ontstaan zijn airco's. Een dubbeldekker met zes rijtuigen heeft twee airco’s. Als er eentje uitvlat dan kan de trein nog in de dienst blijven ingezet worden. Mocht de tweede uitvallen, dan moet de trein uit de dienst gehaald worden en de onderhoudswerkplaats in gaan.

Daarnaast is de 'tractie', de elektrische aandrijving van de trein, en de omzetters die hoogspanning naar laagspanning omzetten, ook gevoelige techniek bij klimaatomstandigheden. "Vooral in de dubbeldekkers ontstaan snel problemen bij hoge temperaturen. Omdat het zware treinen zijn en er veel mensen in kunnen", legt Micheal Strackx, eindverantwoordelijke bij NS Techniek uit.

Ook de door Traxx-locomotieven getrokken reizigersrijtuigen het type ICRm op de HSL-lijn legden vorig jaar veelal het loodje tijdens de zinderende hitte. met speciale 'vlootanalisten' kan het spoorbedrijf tegenwoordig de technische toestand van de treinen laten monitoren. Hierdoor kan het materieel aan de hand van de voorspellingen eerder preventief onderhoud krijgen

Samenwerking

Tegenwoordig werken er meerdere afdelingen van het spoorbedrijf met elkaar samen om het materieel veilig en snel te kunnen onderhouden. "Een paar jaar geleden hebben we alle onderdelen binnen NS dichter bij elkaar gebracht. Daardoor kunnen we de hele operatie beter overzien. En daar plukken we nu heel erg de vruchten van. Voorheen zag je dat er alleen werd gekozen voor de dienstregeling. Het onderhoud aan treinen was ondergeschikt. Daardoor werd er soms te lang doorgereden met treinen of bleven ze ergens in het land op een 'parkeerplek' staan.", legt Strackx uit.

"Er wordt meer gekeken wat de beste keuze is; in de dienstregeling laten of naar een onderhoudslokatie sturen. We kijken wat het betekent voor de reizigers en wat er aan onderhoud kan gebeuren. Het gevolg is dat er een goede aanvoer is van treinen naar de onderhoudslokaties. Voorheen gebeurde het nog weleens dat het twee weken duurde voordat een trein van de 'parkeerplaats' naar het onderhoud ging. En dan heb je dus minder treinen tot je beschikking. Onderhoud is nu meer een onderdeel van het proces geworden."

Oud en nieuw materieel

Een andere belangrijke reden dat er dit jaar minder problemen waren is volgens Strackx de instroom van nieuw materieel, en de afvoer van oud materieel. Eind vorig jaar werd er afscheid genomen van de oude DDM en DD-AR dubbeldekstreinen. Ook is een deel van de oude Sprinter treinen van het type SGM uit de dienstregeling gehaald. In die treinen is er alleen airco in de machinistcabine. "Die hebben we er vanaf geplukt, wat goed van pas komt voor de voorraad en het snel herstellen van andere airco's." vervolgt Strackx.

Ook zijn er inmiddels al ruim 100 Sprinter-treinen van het type SNG op de baan gekomen. "We merkten dat de airco's daarvan maar heel weinig storingen laten zien."