Europese Commissie tikt kabinet op vingers voor bevoordeling NS
Het kabinet wordt door Brussel op het matje geroepen vanwege het bevoordelen van de Nederlandse Spoorwegen. Door de NS het binnenlandse spoor tot 2033 te laten exploiteren, negeert het kabinet de regels van de Europese Commissie.
In 2020 heeft het kabinet besloten om de hoofdrailnetconcessie onderhands aan de NS te gunnen. Eind december vorig jaar heeft de Tweede Kamer hier ook mee ingestemd, wat de gunning definitief heeft gemaakt.
Europese Commissie
Eurocommissaris Adina Vălean (Transport) stelt dat het kabinet de concessie openbaar had moeten aanbesteden. Hierdoor hadden concurrenten zoals Arriva, Keolis en QBuzz ook een kans gekregen om mee te dingen. Op zijn minst had het kabinet een marktanalyse moeten uitvoeren en serieus moeten overwegen om meer concurrentie op het spoor toe te laten.
"Nederland heeft onvoldoende geanalyseerd welke vervoersdiensten door marktpartijen onder commerciële, open toegangsvoorwaarden zouden kunnen worden aangeboden", schrijft de Europese Commissie, die stelt dat dit in strijd is met de Europese mededingingsregels.
Waarschuwing
Vorig jaar kreeg staatssecretaris Vivianne Heijnen (Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat) een waarschuwingsbrief van de EU. Nu het kabinet nog steeds de bezwaren van de EU heeft genegeerd volgt er een tweede waarschuwing vanuit de EU. Hierin moet het kabinet binnen twee maanden uitleggen waarom de bezwaren van de Europese Commissie genegeerd zijn.
Naar verwachting zal de uitleg van de staatssecretaris zijn dat het spoor in Nederland fijnmazig is en druk bereden, waardoor de dienstregeling enkel gebaat is bij één vervoerder. Ook zouden door het kabinet ingehuurde juristen en advocaten deze het hiermee eens zijn.
Mocht de EU deze uitleg niet accepteren, dan kan er vanuit Brussel een inbreukprocedure worden opgestart. Een rechtszaak bij het Europese Hof van Justitie is de laatste mogelijke stap voor de Europese Commissie. Zover zal het waarschijnlijk niet komen, omdat inbreukprocedures vaak uiteindelijk onderhands opgelost tussen Brussel en de lidstaten.