De provincie Overijssel trekt opnieuw miljoenen uit om de internationale treinverbinding (RB61) tussen Hengelo en het Duitse Bielefeld in stand te houden. Door financiële problemen bij de huidige vervoerder Eurobahn dreigt de lijn te verdwijnen.

Om dit te voorkomen, is er vanaf 2026 jaarlijks 1,2 miljoen euro extra nodig, bovenop eerdere bijdragen. Daarmee komt de totale jaarlijkse bijdrage van de provincie op ongeveer 4 miljoen euro.

Overname door Nahverkehr Westfalen Lippe (NWL)

De overname van de verbinding door het Duitse Nahverkehr Westfalen Lippe (NWL) zorgt dit jaar al voor een extra kostenpost van 800.000 euro. Vorig jaar werd er al 7,5 miljoen euro uitgetrokken om de verbinding overeind te houden. De provincie vindt het belangrijk om deze internationale trein te behouden vanwege de samenwerking met Duitsland en de regionale voordelen op het gebied van wonen, werken en recreatie.

Hoewel de verbinding dagelijks slechts 400 tot 500 reizigers trekt, blijft de provincie positief over het belang ervan. Omgerekend kost dat de belastingbetaler zo’n 8.000 euro per reiziger per jaar. Hoeveel reizigers vanuit Duitsland gebruikmaken van de trein naar Overijssel is niet bekend, maar het versterken van grensoverschrijdende relaties blijft voor de provincie een speerpunt.

Gestegen kosten

De kosten voor de trein zijn in korte tijd flink gestegen: van 1,6 miljoen euro in 2023 naar 4 miljoen euro vanaf 2026. Volgens de provincie komt dit door gestegen onderhouds- en energiekosten als gevolg van onder andere de oorlog in Oekraïne, én door veranderingen in cao-afspraken waardoor meer personeel nodig is. De trein rijdt sinds 2017, maar kampt al jaren met veel rituitval. Met de nieuwe vervoerder NWL wil de provincie dit verbeteren en wordt ondertussen gezocht naar een definitieve vervoerder.