Machiniste vreeste rood sein te hebben gepasseerd

Direct na het treinongeluk in Amsterdam zei de machiniste van de stoptrein te vrezen dat ze een rood sein (sein 494) had gemist. Dat schrijft redacteur Hein Janssen van de Volkskrant in een ooggetuigenverslag in de krant. Hij zat in de voorste coupé van de stoptrein.

Kort na de klap waardoor Janssen uit zijn bank werd geslingerd, ging de deur van de bestuurderscabine open. "Ik vrees dat ik een rood sein heb gemist", zou ze hebben gezegd. Daarna ging ze terug naar haar cabine om hulp in te schakelen. Vervolgens verleende ze volgens de redacteur overal steun en assistentie.

Onderzoek
Een woordvoerder van de NS stelde zaterdag na de frontale botsing tussen de stoptrein en een intercity al dat dit alleen plaats kon hebben gevonden als een van de machinisten een rood sein heeft genegeerd. Onderzoek moet de precieze oorzaak uitwijzen. Behalve NS en ProRail onderzoekt ook de Spoorwegpolitie, de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Inspectie Leefomgeving en Transport het ongeluk. NS president-directeur Meerstadt wacht de resultaten van die onderzoeken af, en wil tot die tijd niet speculeren over de oorzaak.

Gewonden
Bij het ongeluk vielen 42 zwaargewonden en 75 lichtgewonden. Een 68-jarige vrouw overleed zondag aan haar verwondingen. Het is daarmee na 1992 voor het eerst dat een treinreiziger bij een treinongeluk om het leven komt.

Treinverkeer
Door het treinongeluk en de onderzoeken die volgden was de dienstregeling tot en met zondag verstoord. Maandag rijden de treinen weer volgens schema, meldt de NS. Beide treinen zijn inmiddels van het hoofdspoot gehaald en naar de werkplaats in Haarlem gesleept. De SLT-sprinter was gistermorgen al weggebracht, en de intercity-dubbeldekker (VIRM) is vannacht met een snelheid van 5 tot 10 km/h naar de werkplaats in Haarlem gebracht in een tijd van 2,5 uur.

Bron: Treinreiziger