Staatssecretaris Wilma Mansveld heeft geen zin om te wachten op de uitkomst van het onderzoek van de provincies Gelderland, Overijssel en het Rotterdamse Havenbedrijf naar een nieuwe aansluiting op de Betuweroute. Dat zei de staatssecretaris maandag tijdens een overleg in de Tweede Kamer.

Volgens de staatssecretaris is er geen goede verhouding tussen het aantal treinen dat over de Betuweroute rijdt en dekosten voor de aanleg. Bovendien leidt het onderzoek tot een vertraging. Ook is het proces van het goederenvervoer via het oosten van ons land al zo ver dat het niet mogelijk is om een nieuwe optie in te voegen.

In juni van het volgende jaar gaat Mansveld wel een besluit nemen over het beoogde tracé tussen Arnhem en Enschede. Dat is al later dan gepland, omdat er ruimte is gemaakt voor inspraak van politieke partijen en de omwonenden, aldus de staatssecretaris.

In het oosten van het land is veel verzet tegen de plannen om meer goederenvervoer via het bestaande spoor naar Duitsland te laten rijden. De reden van de verhoging van het aantal goederentreinen heeft te maken met de realisatie van de Tweede Maasvlakte waar straks nog meer bedrijven gevestigd zullen worden. Ook wordt het op het spoor in de Randstad drukker omdat er tussen de grote steden de komende jaren reizigerstreinen volgens een vastere frequentie zullen rijden (spoorboekloos rijden, red.). Het goederenvervoer moet daarom een anternatieve weg gaan vinden.

Bron: AD