Spoorbeheerder ProRail kampt op enkele verkeersleidingsposten met personeelsgebrek. Hierdoor bestaat de kans dat er hinder en uitval van treinen ontstaat op spoortrajecten. Treinverkeersleiders zorgen ervoor dat het treinverkeer dag en nacht kan blijven rijden.

Het gebrek aan personeel komt door het feit dat ProRail met personeel al niet ruim in de bezetting zat en in combinatie met medewerkers die in afwachting van een coronatest vanwege milde klachten niet aan het werk kunnen. Om de treindienst draaiende te kunnen houden heeft ProRail diverse maatregelen in haar organisatie genomen.

Maatregelen

Op de korte termijn zal ProRail op landelijke basis in kaart brengen waar een mogelijk tekort aan personeel dreigt, zodat we dit met personeel van verkeersleidingsposten waar de bezetting wel goed is zoveel mogelijk kunnen opvangen. Dit is echter niet altijd mogelijk, omdat een treinverkeersleider specialistische kennis moet hebben van het spoortraject dat hij of zij ‘bedient’, en geen lange reistijden moet maken.

Ook word er onderzocht of recent gepensioneerden en treinverkeersleiders die inmiddels elders in de organisatie werken weer op een verkeersleidingspost kunnen werken. Een ingebruikname van een flexpool zou ook een oplossing zijn, meldt ProRail.

Verkeersleidingsposten

Nederland kent treinverkeersleidingsposten in Groningen, Zwolle, Utrecht, Arnhem, Eindhoven, Maastricht, Roosendaal, Rotterdam, Zwijndrecht, Den Haag, Alkmaar en Amsterdam van waaruit treinverkeersleiders er dag en nacht voor zorgen dat treinen veilig en zoveel mogelijk volgens ‘het spoorboekje’ kunnen rijden. Helaas is het op enkele posten al langer lastig om de uitstroom van medewerkers bij te houden met het werven en opleiden van nieuwe professionals.

Momenteel zou het tekort het grootst zijn in Utrecht, Arnhem en Rotterdam. Al eerder viel vorige maand tijdens de spits op de Merwedelingelijn tussen Dordrecht en Geldermalsen al het treinverkeer uit vanwege personeelsgebrek.

Als dank keert ProRail aan het personeel op de verkeerleidingspost die, én niet thuis kunnen werken én te maken hebben met de onderbezetting, voor het einde van dit jaar een beloning uit van 500 euro.