Momenteel zijn er 350 van de 400 stations voorzien van duurzame led-verlichting. Met het vervangen van tl-buizen  door slimme duurzame led-verlichting bespaart spoor- en stationsbeheerder ProRail een hoop energie en geld. Volgens het spoorbedrijf zorgt deze verlichting ook voor betere sociale veiligheid op het station.

Projectmanager Tjebbe Ruskamp van ProRail: "Wij moesten altijd een afweging maken tussen het gebruik van licht en de nadelen daarvan. Met de komst van slimme led kunnen wij met minder licht, de zichtbaarheid vergroten. Dat bespaart energie, vermindert overlast en vergroot de sociale veiligheid op stations."

Slimme led-verlichting

Het gebruik van slimme, dimbare ledverlichting bespaart volgens ProRail 50 procent energie op verlichting op stations. Ook gaat led vijf keer zo langer mee dan de tl-verlichting. Ook worden de lichten op veel stations gedimd als er geen personen in de buurt zijn, wat nog eens voor de helft van de besparing zorgt.

De komende jaren staan er op ongeveer 40 grote stations verbouwingen op de planning. Daarom wordt daar pas later ledverlichting geïnstalleerd. "Het heeft geen zin om vandaag led te plaatsen, als het morgen weer moet worden veranderd.", stelt Prorail.

Slechtzienden

Om de verlichting mogelijk te maken heeft de stationsbeheerder nauw samengewerkt met verschillende partijen die werken aan toegankelijkheid. Samen met Oogvereniging Nederland, Koninklijke Visio en een panel van slechtzienden is er gewerkt om de zichtbaarheid voor slechtzienden te vergroten. Voor slechtzienden bleek het verschil tussen licht en donker soms verblindend te werken. Egale verlichting werd uiteindelijk de oplossing. Ook is er uit het onderzoek naar voren gekomen dat verblinding bij slechtzienden vaak wordt veroorzaakt door reclameborden.

Ook speelt vergrijzing een belangrijke rol bij goede verlichting: Een vijftigplusser heeft vier keer meer licht nodig dan een twintigjarige.

Adviesboek

Alle opgedane kennis wordt gebundeld in een boek die ProRail richt op hun samenwerkende ingenieurs- en adviesbureaus en spooraannemers. Uitendelijk is het de bedoeling dat dit boek ook een inspiratie zal vormen voor professionals bij gemeenten, openbaarvervoerbedrijven en andere eigenaren van (semi-)openbare ruimten.