Oud-NS-commissaris Wim Meijer heeft zich vrijdag bij de parlementaire enquêtecommissie Fyra verontschuldigd voor het debacle met de onlangs geflopte hogesnelheidstrein. "We zijn ernstig tekortgeschoten." verklaarde hij.

De raad van commissarissen voelde in 2012 van alle kanten druk om met de Fyra te beginnen, vanuit de Tweede Kamer, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de NS-directie en de media. Volgens Meijer, die tot kort na het uitvallen van de hogesnelheidstrein voorzitter van de raad van commissarissen was, had iedereen de gedachten dat de V250-Fyratrein wel veilig zou zijn, en dat eventuele technische problemen opgelost zouden worden.

De oud-commissaris legde ook uit dat in 2003 een winstgevende exploitatie van de hogesnelheidslijn niet haalbaar was met de hoge vergoeding die de NS aan de overheid moest betalen. Daar kwam nog eens bij dat de economische vooruitzichten waren verslechterd en het aantal verwachte reizigers gedaald. De raad van commissarissen heeft vervolgens nog wel gekeken naar de mogelijkheid om het contract voor het vervoer in te leveren, maar dat zou niet gemakkelijk zijn geweest.

Teleurstelling V250 Fyra

De NS heeft uiteindelijk de Fyra v250 treinstellen van de bouwer Ansaldobreda overgenomen voordat volledig aan de koopovereenkomst was voldaan. De trein zou niet volledig aan een laatste test zijn onderworpen, maar de raad van commissarissen was het er over eens dat de beslissing om met de hogesnelheidstreinen geen roet in het eten zou gooien en dus juist was. De knoop is echter niet door hen doorgehakt.

Dat de V250 toch niet veilig bleek toen de trein eenmaal reed, noemde Meijer een enorme teleurstelling. Op de vraag die de Fyra-commissie aan hem vroeg over 'waarom er veel is misgegaan' , antwoordde Meijer "Veel."  Volgens hem zou er geen regie zijn geweest in het project, waardoor alle betrokken partijen vooral met hun eigen belang bezig konden zijn. Dat de NS heeft gelobbyd om een parlementaire enquête te voorkomen, vindt Meijer geen goede zaak.

Meerstadt: "Grote problemen, toch haalbaar"

Bert Meerstadt van de NS, die vlak voor het beëindigen van het Fyra-project de topman  van de NS was, noemde tegenover de Fyra-commissie de genoemde 'waarschuwingen' over de trein 'pittig', maar hij had er wel vertrouwen in, ondanks de problemen groot waren te noemen. Ook stelde hij dat er voor de gesignaleerde problemen met de trein voldoende oplossingen voorhanden waren. Dat de Fyra uiteindelijk uit de dienst is gegaan, had hij nooit kunnen bedenken.

Meerstadt noemde de waarschuwingen donderdag "pittig" en hij zag ook dat er grote problemen waren, maar noemde het toch haalbaar om met de Fyra te gaan rijden. Hij stelde dat voor de gesignaleerde problemen ook oplossingen voorhanden waren. Hij is er nooit vanuit gegaan dat de mankementen aan de trein zo groot waren dat de Fyra uit dienst moest worden genomen.

Voor de NS gingen alarmbellen rinkelen toen opgeloste problemen later toch weer terug kwamen. Voor de NS was dit een reden om een crisisteam in te richten. Hoewel de V250-trein wel gecertificeerd was, bleken alle treinen achteraf behoorlijk van elkaar af te wijken.

Eerste klas nterieur van de Fyra V250 trein

Bron: Leidsch Dagblad