Weinig animo bij studentenactie in de spits
Er is weinig animo geweest voor de studentenactie om in de spits te gaan reizen. Als protest hebben 28.000 studenten via Facebook kenbaar gemaakt dat ze zouden deelnemen, maar dit aantal zou flink lager liggen.
Tijdens de ochtendspits waren er weinig meldingen van actievoerende studenten in de trein. Volgens de Facebook-pagina werden actievoerder opgeroepen om in de kleuren rood, wit en blauw te gaan reizen. Op Amsterdam en Rotterdam Centraal waren enkele spandoeken te zien. Een woordvoerder van de NS zei tegenover de media 'dat de ochtendspits verloopt als op elke andere werkdag.'
De initiatiefnemer Jasper ten Veld hoopte dat iedereen zich uiteindelijk verzamelde vanaf 8.45 uur op Utrecht Centraal, om op die manier een beeld te krijgen van het uiteindelijke aantal actievoerende studenten. Uiteindelijk kwamen daar een handvol mensen op af en een hoop pers.
Actie voeren
De actievoerende studenten zijn boos en willen laten zien dat ze het niet eens zijn met de plannen van de NS om studenten buiten de spits te laten rijden. Ze voelen zich niet gehoord door de Nederlandse Spoorwegen en willen op deze manier het onderwerp onder de aandacht brengen.
Met dit protest willen de studentvakbonden aankaarten dat bepaalde avondactiviteiten van studenten, zoals bijbaantjes, in gevaar komen als wordt besloten om les te geven in de avonduren. Een klein aantal onderwijsinstellingen hebben aangegeven mee te zullen werken door studenten buiten de spits te laten reizen door aanpassing van de lesroosters.
Rover
Reizigersvereniging Rover is tegen de actie. Bedrijven doen er ook veel aan om ervoor te zorgen dat niet alle personeelsleden in de spits hoeven te reizen en studenten zouden daar ook aan moeten, zegt Rover-voorman Arriën Kuijt tegen BNR.
''Er zijn een heleboel mensen die niet in de spits reizen, want je krijgt over het algemeen korting als je buiten de spits reist. Alleen studenten hebben merkwaardig genoeg een kaart waarbij je óók in de spits mag reizen. Terwijl die kaart niet door henzelf betaald wordt, maar door het ministerie. Dus het is helemaal niet zo gek dat je er aan meewerkt'', aldus Kuijt.